Afrikaanse wilde hond

Er is niets in de bush dat lijkt op de Afrikaanse wilde hond. Ze rennen niet — ze vliegen. In een perfecte formatie, als een levend lint van kleur en energie. Hun vachten zijn gevlekt met zwart, geel, bruin en wit — geen twee zijn ooit hetzelfde. Alsof de natuur zelf met een penseel te enthousiast was geworden: de painted dog of de painted wolf worden ze daarom ook wel genoemd.

Ze leven in hechte roedels waarin samenwerking alles is. Elke jacht is een choreografie: één leidt, de rest volgt, met een bijna telepathische precisie. En als ze slagen, eten de jongen en de oude dieren eerst. Geen hiërarchie, geen strijd om macht — alleen familie, zorg en ritme.

Hun geluid is even bijzonder als hun gedrag. Geen gebrul of gegrom, maar een hoog, vogelachtig gefluit waarmee ze met elkaar communiceren. Soms hoor je dat geluid over de savanne waaien, en dan weet je: er gebeurt iets bijzonders.

Ze spelen, knuffelen, verzorgen elkaar, en zelfs hun jacht eindigt vaak met een vreugdedans. Maar hun bestaan is fragiel. Ze behoren tot de meest bedreigde roofdieren van Afrika, met nog maar enkele duizenden in het wild. Wij beloven je: als je ooit oog in oog hebt gestaan met een roedel wilde honden vergeet je dat nooit meer. Het is alsof je even getuige bent van de bush in haar puurste moment — rauw, eerlijk en vol leven.