Je hoort een scherp tik-tik-tik boven het water, gevolgd door een zwart-witte flits die even stil hangt in de lucht. De bonte ijsvogel is de acrobaat van de rivier — energiek, zelfverzekerd en met een kuif die altijd nét een beetje te eigenwijs zit.

Hij blijft hangen in de lucht, vleugels trillend, en dan — een duik als een vallende steen. Een kleine plons, en weg is hij met een glinsterende vis in de snavel. Geen seconde verspild, geen druppel teveel. Zijn zwart-witte verenpak doet denken aan een strak maatpak, maar zijn gedrag is allesbehalve zakelijk: hij is nieuwsgierig, luidruchtig, en constant in beweging.

Bonte ijsvogels leven vaak in paartjes, en dat zie je. Ze roepen naar elkaar, jagen samen, en bouwen hun nest in oeverwanden, waar ze lange tunnels uitgraven voor hun jongen. Het zijn ware ingenieurs met vleugels — efficiënt, trouw en verrassend charmant.

Eigenlijk is de bonte ijsvogel de bushversie van een espresso — klein, krachtig en onmogelijk stil te houden.