De dwergmangoest is klein genoeg om in je hand te passen, maar onderschat hem niet. Met een lijfje van amper 20 centimeter is hij de kleinste carnivoor van Afrika — en misschien wel de meest charmante.Hij leeft in hechte familiegroepen waarin iedereen zijn rol heeft: babysitters, wachters, jagers, schoonmakers. Samen runnen ze hun kolonie als een perfect geoliede mini-maatschappij.

’s Ochtends, als de zon opkomt, kruipen ze één voor één uit hun termietenheuvel. Ze rekken zich uit, knabbelen wat aan elkaar en warmen op in het eerste licht. Dan begint de dag — een drukke zoektocht naar insecten, larven en kleine reptielen. De kleintjes blijven in de buurt, terwijl de volwassenen afwisselend waken en jagen.

Wat deze diertjes zo bijzonder maakt, is hun samenwerking met… vogels! e trekken vaak op met dwergspechten of drongo’s, die alarm slaan bij gevaar. De vogels profiteren van opgeschrikte insecten, de mangoesten van extra ogen in de lucht. Een geniaal stukje bush-coöperatie.

En hoewel ze schattig ogen, zijn ze moedig tot op het bot. Een slang in de buurt? Dan bundelt de groep hun krachten en drijven ze hem met luid gepiep en bluffend gedrag weg — teamwork op z’n best.