Klein, fel en zó mooi dat je bijna vergeet adem te halen. De malachiet ijsvogel is een juweeltje met vleugels: een mix van saffierblauw, koperoranje en smaragdgroen. Als de zon op zijn rug valt, lijkt hij te gloeien — alsof iemand een stukje hemel heeft laten vallen.

Hij zit vaak stil, laag boven het water, geconcentreerd op dat ene rimpeltje dat verraadt waar een visje zwemt. En dan — plons! — bliksemsnel, doelgericht, perfect. Binnen een oogwenk zit hij weer op zijn tak, kopje schuin, trots met zijn prooi. Alles aan hem straalt elegantie uit, maar wie goed kijkt, ziet ook de pure focus van een roofdier.

Hij leeft alleen of in paartjes, bouwt zijn nest in steile oevers, en houdt zijn territorium scherp in de gaten. Ondanks zijn fragiele uiterlijk is hij fel en dapper — een miniatuurjager die niet onderdoet voor zijn grotere neven.