De regenboogskink is het zonlicht in reptielvorm. Met haar glanzende schubben in tinten van koper, groen en blauw lijkt ze gemaakt om te schitteren. Als ze over een rots schiet, vangt ze het licht op zo’n manier dat ze heel even op een vloeibare edelsteen lijkt.

Ze leeft graag waar warmte is: op boomstammen, stenen muurtjes of de houten terrassen van lodges. Daar ligt ze te zonnebaden, soms samen met een partner, altijd alert. Want hoewel ze ontspannen lijken, zijn skinken razendsnel — één plotselinge beweging, en ze verdwijnen in een kier, alsof ze oplossen in de schaduw.

Hun dieet bestaat uit insecten, spinnen en kleine ongewervelden, en hun jacht is een klein meesterwerk van snelheid en precisie. Ze wachten geduldig, schieten toe, en keren dan terug naar hun zonnige plekje alsof er niets gebeurd is.

De regenboogskink is een uitstekende klimmer. Je ziet ze soms over muren of zelfs boomstammen rennen, met een soepelheid die doet denken aan een hagedis met danstalent.

En verliezen ze hun staart... dan groeit die gewoon weer terug. Een beetje korter, iets minder mooi misschien, maar net zo functioneel.