De springhaas is het komische wonder van de nacht. Hij lijkt op een kruising tussen een kangoeroe, een eekhoorn en een droom die iets te hard heeft gerend. Met zijn enorme achterpoten, pluimstaart en grote, donkere ogen is hij misschien het meest aandoenlijke nachtdier van Zuid-Afrika. De springhaas is de clown van de Kalahari — hij rent niet, maar danst.

Springhazen zijn nachtdieren in hart en nieren. Overdag slapen ze diep in hun holen, soms wel twee meter onder de grond, en pas als de nacht koel wordt, komen ze tevoorschijn. Dan beginnen ze te springen — niet zomaar rennen, maar échte sprongen, van wel twee meter per keer! Hun beweging is vloeiend, speels en volledig uniek — alsof ze vergeten zijn dat ze geen kangoeroes zijn.

Ze leven van gras, wortels en zaden, en gebruiken hun scherpe klauwen om voedsel op te graven. Hun holen zijn kleine meesterwerken van architectuur, met aparte kamers voor rust, voedsel en — jawel — toilet. ’s Nachts kun je ze soms zien grazen in open terrein, maar één geluid, en poef — weg zijn ze.

Wat veel mensen niet weten: ondanks hun naam zijn springhazen géén echte hazen. Ze hebben hun eigen familie, de Pedetidae, en delen hun holten vaak met andere nachtdieren, zoals gerbils en uilen. Het is een soort burenvereniging van de nacht.