Er is geen dier dat zo tot de verbeelding spreekt als de grote witte haai. Eén moment is de zee kalm, blauw en eindeloos. Het volgende moment klieft een vin het oppervlak — stil, doelgericht, en geladen met een soort oerkracht die je voelt tot in je botten.

De grote witte haai is de ultieme jager van de oceaan, maar ook een meester van balans. Hij houdt de zee gezond door zwakke en zieke prooien te verwijderen, en reguleert zo de populatie van robben en vissen. Zijn reputatie van bloeddorst is grotendeels mensenwerk; in werkelijkheid jaagt hij efficiënt, berekend en zelden op mensen.

Met een lengte tot zes meter en tanden scherp als messen is hij gebouwd voor kracht, maar wat hem écht indrukwekkend maakt, is zijn intelligentie. Hij observeert, leert, en past zijn strategie aan. In de Kaapse wateren jaagt hij vaak op Kaapse pelsrobben. Soms met spectaculaire aanvallen waarbij hij volledig uit het water springt. Een zeldzaam maar onvergetelijk gezicht: een tonnen wegend roofdier dat als een raket door de lucht vliegt.

Toch is zijn toekomst onzeker. Overbevissing, bijvangst en afnemende prooien hebben zijn aantallen doen dalen. De laatste jaren wordt hij zelfs minder vaak gezien langs de Kaapse kust, mogelijk door concurrentie van orka’s die hun jachtgebied hebben uitgebreid. Maar wanneer je hem wél ziet… dan weet je dat je getuige bent van iets zeldzaams.