De pofadder is de stille meester van de camouflage. Waar andere slangen je waarschuwen met gesis of opgeheven kop, vertrouwt hij op onzichtbaarheid — en dat doet hij zó goed dat je hem vaak pas ziet als hij beweegt… of als het al te laat is.

Met zijn dikke, gespierde lichaam en prachtig gevlekte patroon lijkt hij één te zijn met het zand, de bladeren of de rotsgrond waarop hij ligt. Maar laat zijn trage uiterlijk je niet misleiden: de pofadder kan bliksemsnel toeslaan, sneller dan een mens kan knipperen.

Hij jaagt vooral ’s nachts op kleine knaagdieren, vogels en kikkers. Overdag ligt hij stil, vaak midden op een pad of zandweg — precies waar hij graag wat warmte opvangt van de zon. Dat maakt hem de slang die het vaakst per ongeluk wordt gestoord door wandelaars of safarivoertuigen.

Zijn beet is ernstig, maar hij gebruikt zijn gif niet zomaar. Hij sist luid (waar hij zijn naam pofadder aan dankt), bolt zijn lichaam op en probeert te imponeren. Pas als dat niet helpt, verdedigt hij zich.

En ondanks zijn reputatie is hij een fascinerend dier — oeroud, efficiënt, en volkomen op zijn plek in het Afrikaanse ecosysteem.

Belangrijk:

Een beet van een gifslang, hoe klein ook, moet altijd serieus worden genomen.

• Zoek onmiddellijk medische hulp.

• Blijf zo rustig mogelijk.

• Beperk beweging van het gebeten lichaamsdeel.

• Probeer de slang niet te vangen of te doden, maar onthoud hoe ze eruitzag om artsen te kunnen informeren.

• In Zuid-Afrika zijn de meeste ziekenhuizen en grotere lodges uitgerust om slangenbeten te behandelen.

• Klik hier voor een overzicht van de gevaarlijkste slangen in Zuid-Afrika.