Sinterklaas in Zuid-Afrika: feit of fabel?
- Nathalie

- 11 minuten geleden
- 3 minuten om te lezen

Het is 5 december en vol verwachting klopt mijn hart. Niet omdat ik een pakje in mijn schoen verwacht, of omdat er ergens in de lounge van de lodge een open haard staat te knetteren. Nee — mijn hart bonst omdat ik nog maar anderhalve week heb. Anderhalve week voordat Zuid-Afrika op slot gaat.
Geen paniek: er is geen nieuwe corona-uitbraak, geen politieke shutdown, geen dramatisch nieuws. Het is gewoon… de Zuid-Afrikaanse zomervakantie. En wie dat eenmaal heeft meegemaakt, weet: van half december tot half januari staat het land in een soort jaarlijkse pauzestand. De winkels draaien op aangepaste tijden. Leveranciers zijn op vakantie. En de lodge? Stampvol. Het Krugerpark? Lang van tevoren geboekt. Alle toeristische hotspots? Uitpuilend. Wil je nog even snel iets regelen, bestellen of organiseren? Succes ermee. Ik heb tien vingers en tien tenen tekort om alles voor die tijd geregeld te krijgen.
Vandaag klopt mijn hart vol verwachting om maar één reden: mijn to-do lijst voor de lodge is langer dan de N1.
En toch voelt het vandaag een beetje gek.
Sinterklaas vier ik al járen niet meer. Ik ben namelijk jarig op 7 december, en dus hadden mijn ouders vroeger elke december dezelfde uitdaging: wanneer geven we dit kind haar grootste cadeau? Op de verjaardag van de Goedheiligman? Of op mijn eigen verjaardag, twee dagen later? Een luxeprobleem misschien, maar er was ook nog een zus om rekening mee te houden.
En één jaar… ging het mis.
Mijn ouders hadden voor mijn zus én voor mij een enorme knuffel gekocht. Zo’n belachelijk grote, zachte knuffel waar je bijna in kunt wonen. Mijn zus kreeg die van haar op 5 december. Mijn knuffel zou ik op mijn eigen verjaardag krijgen — logisch, dachten mijn ouders.
We kregen verder allebei precies evenveel cadeaus en evenveel aandacht. Maar toen mijn zus haar reuzeknuffel kreeg en ik de mijne níét… sloeg er bij mij iets om. Ik werd niet boos. Ik kreeg geen driftbui. Ik werd gewoon stil. Zo’n stille verdrietigheid die voor ouders veel pijnlijker is dan welk geschreeuw dan ook.
Ik gunde mijn zus haar knuffel. Natuurlijk. Maar ergens dacht ik dat de Sint mij veel minder lief had gevonden. Mijn ouders zagen het meteen. En nog diezelfde avond kwam er een haastig overleg in de keuken, waarna ook mijn knuffel tevoorschijn kwam om mijn kleine gebroken hart te lijmen. De knuffel heb ik nog steeds. En elke keer dat ik hem zie, denk ik: wat een voorrecht dat wij zijn opgegroeid in een land waar kinderen zich druk kunnen maken om gelijke knuffels.
Sinterklaas of Santa Claus
Sinterklaas wordt hier in Zuid-Afrika niet gevierd, behalve door expats en Nederlandse gemeenschappen die het feest in ere houden. Geen schoencadeautjes. Geen gedichten. Geen surprises. Hier is Sinterklaas nooit aangekomen.
Maar Santa Claus? Die is hier springlevend. En dat is dan weer grappig, want Santa zou zonder Sinterklaas nooit hebben bestaan. Toen Nederlandse kolonisten in de 17e eeuw naar - wat later New York zou worden - trokken, namen ze hun 'Sinterklaas' mee. In de loop der tijd verbasterde dat tot Santa Claus, en de rest is geschiedenis: rendieren, arrenslee, de Noordpool, de iconische rode outfit. De moderne Santa Claus is dus gebaseerd op een mooi trio:
de Nederlandse Sinterklaas,
de Engelse Father Christmas en
een flinke scheut Amerikaanse fantasie.
Sinterklaas in Zuid-Afrika. Feit of fabel?
Het antwoord is dus gelijk wat lastiger dan de vraag. Sinterklaas in Zuid-Afrika is een fabel. Tenminste… tenzij je hem zelf meebrengt, zoals veel expats doen. Maar zijn verre achterneef Santa? Die is hier zéker te vinden — en in december in het hele land niet te missen. Dus wellicht toch nog voor één derde een feit...




Opmerkingen